
Om de kiezers voor je te winnen, moet je campagne voeren. Hoe doe je dat? Wat mag en wat niet? En hoe zit dat met de sperperiode? We zetten graag enkele zaken voor je op een rij, zodat je goed voorbereid aan je verkiezingscampagne begint.
Aan elke verkiezingsdag gaat een sperperiode vooraf. Dit is wettelijk bepaald. De sperperiode bij de federale verkiezingen loopt van 26 januari 2024 tot en met de dag van de verkiezingen, 26 mei. Tijdens die periode van 4 maanden gelden strikte regels voor het gebruik van bepaalde campagnemiddelen. Partijen, lijsten, kandidaten of derden die voor hen campagne voeren, mogen bijvoorbeeld :
Ook de overheid moet in haar communicatie rekening houden met de sperperiode. Zo mag ze gedurende die 4 maanden geen naam of afbeelding van een minister, gedeputeerde of burgemeester in haar media gebruiken. Op die manier wil men vermijden dat overheidscommunicatie gebruikt wordt om het imago van een bepaalde politicus of partij te beïnvloeden. Iedereen strijdt met dezelfde wapens.
Tijdens de sperperiode is ook het budget, dat je mag spenderen aan een verkiezingscampagne, beperkt. Voor kandidaten (persoonlijk budget) en lijsten (lijstbudget) worden de maximumbedragen sinds dit jaar berekend op basis van het aantal inwoners van de stad of gemeente. Om een idee te geven: het maximumbedrag tot 10.000 inwoners, is 0,80 euro per kiezer. Vroeger baseerde men zich bij deze berekening op het aantal ingeschreven kiezers, maar omdat de kiezerslijsten vaak erg laat werden afgesloten, werd dit aangepast.
Een politieke partij die een gemeenschappelijk volgnummer en een beschermde lijstnaam heeft, mag voor verkiezingspropaganda op gewestelijk vlak niet meer dan 372.000 euro uitgeven. Voor politieke partijen die minder dan 50 lijsten onder hun volgnummer en beschermde lijstnaam voordragen, is dit 340.000 euro.
Na de verkiezingen moeten zowel een kandidaat, een lijst als een partij kunnen aantonen hoeveel hun verkiezingscampagne heeft gekost en moeten ze kunnen bewijzen waar de financiële middelen voor hun campagne vandaan komen. Dit gebeurt via de aangifte van de uitgaven. Het is de lijsttrekker die 30 dagen na de verkiezingen de verkiezingsuitgaven aangeeft bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg. Bij de aangifte wordt ook de herkomst van de middelen gevoegd.
Bepaalde uitgaven tellen niet mee in dit budget voor verkiezingspropaganda, zoals bijvoorbeeld:
Meer details over wat wel en niet beschouwd wordt als uitgaven vind je hier.
Er bestaat geen wonderformule voor een succesvolle verkiezingscampagne, maar toch zijn er 3 gouden tips voor de komende gemeenteraadsverkiezingen die we je niet willen onthouden:
De partijen, lijsten en kandidaten die deelnemen aan de lokale of provinciale verkiezingen mogen hun verkiezingspropaganda financieren met giften of mogen zich laten sponsoren. Er wordt een duidelijk verschil gemaakt tussen beide:
Is het bedrag van een gift of sponsoring hoger dan 125 euro, dan wordt dit verplicht geregistreerd en opgenomen in de aangifte.